Opname tips

De Nederlandse studio; is er toekomst?
In 1985Er zijn in Nederland een kleine tien topstudio's en enige tientallen mindere goden.
Ook in 1985 bestond de homestudio al, waardoor je ruwweg de opnamemogelijkheden in Nederland in drieën kon delen.
Een korte beschrijving.
De topstudio in 1985 beschikt over (minimaal) 24 sporen, een mengtafel met minimaal 48 tot 96 inputs en een ruime keuze aan randapparatuur en topmicrofoons.
Akoestiek van zowel de opnamevloer als de afluisterruimte wordt heel serieus genomen.
De monitoring staat niet op zichzelf maar is ondergebracht in een serieus A-V totaalconcept. Deze studio's staan dan ook wereldwijd goed aangeschreven en menige topband doet een van deze studio's dan ook regelmatig aan.
De studio heeft meestal een uurprijs van Vele honderden euro's.
De tweede groep studio's, de mindere goden, werken meestal met 16 sporen multitracks van 'budgetmerken' zoals Tascam en Otari.
Fostex brengt in deze jaren net haar B16 (en A8) uit en blijkt daarmee midden in de roos te schieten. Er zijn in deze studio's wel digitale effectprocessors, maar de klant moet zeker niet teveel eisen op dit gebied.
Akoestiek wordt niet echt serieus genomen (ik praat ook uit eigen ervaring) hoewel men wel eens gelezen heeft dat er ergens een 'dode' en een 'levende kant' in de afluisterruimte moet zitten (maar waar precies?).
Uurprijzen varie;ren in deze studio's van zo'n dertig tot zestig euro.
En dan de homestudio's. Het is de tijd van Fostex, die goedkope (op halve spoorbreedte gebaseerde) multitracks uitbrengt.
De A8 (acht sporen op 1/4") was daar toen een lichtend voorbeeld van. Respect.
Veel bands en techneuten experimenteren met simpele vier- en achtsporen recorders op zolder.
Men heeft de beschikking over veergalmen en tape-echo's, want die zijn immers net gedumpt omdat de eerste serieuze digitale effectprocessors hun intrede doen in de grotere studio's.
Omdat de apparatuur er toch staat verhuren deze homestudio's zich voor gemiddeld vijftien euro per uur.
In 1995
Er heeft een kentering plaats gevonden in de studiowereld.
In alle lagen beschikt men nu over Midi, Sampling, Harddiskrecording en vaak ook over digitale apparatuur zoals de ADAT. Het aantal sporen zegt niets meer over de kwaliteit van de studio. Dat heeft tot gevolg dat een aantal grenzen vervagen, of zich verleggen. De hedendaagse topstudio's zijn misschien wel het minst onderhevig aan die verandering. Er staat immers nog steeds topapparatuur en men beschikt vaak over moderne digitale multitracks (DASH-formaat). Men heeft de beschikking over minimaal 32 sporen en voor de zekerheid staat er vaak nog een 24 sporen analoge machine bij (is altijd makkelijk). Bovendien is niet alleen de studio, maar ook de omgeving helemaal afgestemd op het ontvangen van belangrijke muzikanten. Er is een 24/7 bar, slaapgelegenheid, catering en er zijn hele knappe receptiedames.

Nee, de echte verandering heeft vooral plaatsgevonden bij alle kleinere studio's. Door de komst van bijvoorbeeld de ADAT-recorder (8 sporen digitaal op een S-VHS tape) kan men voor 1000,- euro per acht sporen een 'digitale' studio opzetten. En bovendien, uitbreiden naar 16, 24 of meer sporen is even gemakkelijk als goedkoop! Deze studio's zijn nu technisch in staat om uitstekende digitale opnames te maken, mede doordat goede mengtafels en randapparatuur door merken als Alesis en Behringer bereikbaar zijn gemaakt voor de kleine studio(beurs).
Andere verschuivingen zie je optreden bij de monitoring. De grote en dure A-monitoren zijn 'uit', en de gehele productie wordt steeds meer gedaan op de goedkopere (maar perfect klinkende) nearfieldset.
Bijkomend voordeel van deze compacte nearfields is, dat de akoestiek van de afluisterruimte (die in deze studio's toch al matig is) voor een belangrijk deel buiten spel gezet wordt.
Hoe zinvol is het in 2016?
Als je momenteel nog een studio in Nederland wilt openen moet je van goede huize komen.
Ik ken een studio waar je op 24 sporen digitaal kunt opnemen, die voorzien is van alle randapparatuur en van de beste microfoons.
Die studio kost 25,- euro per uur. Inclusief alles.
(Maar ik ben er vrijwel zeker van, dat professionals met een portable hd-recorder en goede stereomicrofoon concurrerende opnames kunnen maken. ;)
Het runnen van een studio omvat méér dan het simpelweg neerzetten van opname-apparatuur.
Het toverwoord zou wel eens specialisatie kunnen zijn.
Zorg dat je de beste wordt in een bepaalde service (midi, sampling, spraak-zangopname, AV/multi-media, reclame, enz.) en probeer daarmee klanten aan te trekken. Want klanten lok je niet meer met geavanceerde apparatuur alleen. Dat lukte vroeger nog wel eens, maar momenteel beschikken meer studio's over geavanceerde apparatuur. Goed advies kunnen geven aan een klant die iets bijzonders wil; super belangrijk!
De tijd is aangebroken dat niet langer het aantal sporen automatisch de studio classificeert. Ik ken 24 sporenstudio's waar niet één kwaliteitsmicrofoon voorhanden is, of waar men afluistert op 'ordinaire' HiFi luidsprekers.
Meer specialisatie dus.

De doorsnee band neemt al lang niet meer op in de studio, maar doet het voorwerk (de pré-productie) zelf in de oefenruimte, met behulp van een gehuurde of eigen opnameset. Maar, het afmixen van een productie doe je niet even in het oefenhok en het opnemen van een goede zangpartij is ook nog steeds een vakwerkje dat men zelf niet zo eenvoudig doet. Bovendien biedt de studio een goede opname-akoestiek en een topmicrofoon. Beide zaken worden niet geleverd door een doorsnee verhuurbedrijf.
Het maken van orkestbanden was jaren geleden een klusje dat ik zeker wekelijks deed. Maar met de komst van CDROM en Midi in combinatie met internet zijn er duizenden titels beschikbaar voor potentiële klanten, dus ook die vraag valt weg. Maar, wil men een goede zangpartij mixen met die orkestband, dan komt men alweer uit bij de studio.
Er dienen zich ook nieuwe markten aan. Internet bijvoorbeeld, een medium dat de wereld aan je voeten legt. Ruim een miljard gebruikers, waaronder vele bedrijven. Die bedrijven willen zich professioneel presenteren en kloppen aan bij multimediaspecialisten. Geluid zal ook op Internet een wezenlijk onderdeel gaan uitmaken van een presentatie. Bij Youtube zie je dat al gebeuren. De kwaliteit gaat van 'vreselijk goed' tot 'verdrietig slecht'.
Een andere nieuwe markt is het groeiend gebruik van computers voor de afhandeling van gesprekken, of, zoals dat heet, het 'routen' van de klanten naar de juiste balie. Die computers moeten gevoed worden met tekst (voicefiles) en wie kan dat beter opnemen dan een in spraak gespecialiseerde studio?
Een ander voorbeeld. Je ziet al enige jaren een groeimarkt ontstaan in de lokale televisie- en radiowereld. Ook hier ontstaat immers differentiatie. Elke doelgroep zijn eigen zender. Met als mogelijk voordeel voor de studio dat er dus meer (kleinere) stations zijn die mogelijk gebruik zullen maken van een bepaalde specialiteit van een studio. Zo'n specialiteit kan bijvoorbeeld het aanleveren van jingles of het opnemen van geluid op locatie zijn. Hier is vraag naar en een studio die voor de juiste prijs goede faciliteiten kan aanbieden zit op rozen.
Maar toch, als je alles probeert te overzien, kun je stellen dat het opzetten van een studio in deze tijd een riskante zaak is. Wat heb je te bieden, en hoe bereik je potentiële klanten? Het zal van de creativiteit van de studio-eigenaar afhangen of hij zijn uren en apparatuur te gelde kan maken.
Kost dat?
Hoewel door de jaren heen bepaalde apparatuur goedkoper is geworden zit daaraan ook een keerzijde. Goed, voor minder geld beschik je nu over meer -digitale- sporen. Maar meer sporen vragen een grotere mengtafel en meer randapparatuur. Deze optelsom zorgt ervoor dat een totale set studio-apparatuur niet primair goedkoper, maar wel veel geavanceerder is geworden.
Als we uitgaan van een complete 16 sporen studio met Midisetup, exclusief de bouwkundige voorzieningen, praat je al snel over tien tot vijftienduizend euro. Dat kostte een 16 sporen studio tien jaar geleden ook, maar die set kan qua mogelijkheden en prestaties onmogelijk concurreren met de High Tech apparatuur van nu.
De digitale multitrackrecorder bestaat uit een dedicated pc of twee (of meer) Alesis ADAT's, gekoppeld aan bijvoorbeeld een Behringer Eurodesk, of een Yamaha/Mackie/Tascam tafel. Dat samen levert een krachtige en toch betaalbare 16 sporen set op.
Zelfs als je er een derde ADAT bijplaatst heb je op je mengtafel nog steeds voldoende kanalen tot je beschikking.
Een compact actief nearfield monitorsysteem van Genelec, de 1031A, kan uitstekend de afluistering verzorgen.
Er bestaan uiteraard ook goedkopere -passieve- alternatieven, zoals de Tannoy's sys8 II, Alesis M.one en Spirit Abs.2.
Voor de opname van akoestische instrumenten en stemmen heb je een set goede (en stille) condensatormicrofoons nodig. Dat kan met een Neumann, B&K, Schoeps, Røde of AKG. Ook Sennheiser, en Shure leveren uitstekende microfoons.
Reken bij een zestien-sporenset op minimaal 10 tot 15 microfoons (waaronder twee goede condensatoren).
Werk je veel met een drumcomputer of een midislagwerk, dan kunnen het er uiteraard minder zijn.
Effectapparatuur heb je uiteraard ook nodig, bij voorkeur twee tot drie effectprocessors (waarvan één met 'n goede galm) en minimaal twee (buizen) compressor-limiters. Een apparaat als de SPL Vitalizer kan tenslotte het geluid 'af' maken. Op je pc kun je uitstekend een mix-down maken met een betaalbare hd-kaart en software zoals SoundForge Pro.
