Opname tips


Opname stem en (akoestische) instrumenten

Het opnemen van de stem of akoestische instrumenten is elke keer weer een uitdaging.
Het uiteindelijke geluid is immers nooit voorspelbaar.
Het spelen met microfoons, de plaatsing ervan en het gebruik maken van de akoestiek levert steeds weer andere en -verrassende- resultaten op.
Geen stem, gitaar of blaasinstrument klinkt hetzelfde waardoor je in feite steeds vooraan moet beginnen.

In zijn algemeenheid is er slechts één gulden regel. Terwijl de een schuift en/of wisselt met microfoons luistert de ander af in de controlekamer. Op deze wijze kom je vroeg of laat beslist 'het geluid' tegen waarnaar je op zoek bent.

Opname zang-spraak
Zang en spraak zijn meestal lastig op te nemen. Je bent bij het opnemen erg afhankelijk van bijvoorbeeld akoestiek en microfoontechniek. Iedereen kent het effect van de badkamerakoestiek; een scherpe, galmende omgeving, die onverstaanbaar 'goed' klinkt.
Zo kent elke ruimte, groot of klein, z'n eigen specifieke klank. Deze wordt bepaald door de grootte en de vorm van de ruimte, en de samenstelling van wanden, vloeren en plafond. Houten muren klinken wezenlijk anders dan betonnen of glazen muren.
Niet elke ruimte klinkt zo geweldig. Behalve de stem neem je voor een belangrijk deel dus ook de ruimte op.
Afhankelijk van de afstand microfoon-stem zal de ruimte meer of minder zijn invloed doen gelden.

Studio's gebruiken bij voorkeur veel hout, het liefst in ronde, grillige vormen (spreiding van de reflecties). Hout is een natuurlijk materiaal dat een goede verhouding tussen absorberen (opnemen) en reflecteren (terugkaatsen) heeft. Onbewerkt hout klinkt daarbij het best, de geschilderde evenknie reflecteert immers veel meer, waardoor de akoestiek weer harder wordt.
Hoewel je niet alles aan de akoestiek (de 'klank') van een ruimte kunt veranderen, zijn er wel een aantal zaken waar je invloed op kunt uitoefenen. Is de nagalm te lang in een ruimte (meer dan 1,0 sec.), hang dan wat dekens of lakens op aan waslijnen. Het staat niet fraai natuurlijk, maar je dempt er een te lange nagalmtijd mee waardoor de verstaanbaarheid van het onderwerp toeneemt. In een te 'zangerige' ruimte kun je de microfoon ook beter wat dichter bij het onderwerp plaatsen, waardoor de akoestiek (de galm) minder hard wordt opgenomen. Op deze wijze kun je zelfs een kerk of sportzaal geschikt maken voor de opname van een zang- of spraakstem. Een goede condensatormicrofoon is meestal de beste keuze, doordat dit type microfoon de transiënten maximaal doorgeeft zal de stem in een eventuele eindmix goed 'overeind' blijven. Plaats de microfoon (afhankelijk van het type) op zo'n 25 cm van de mond, zodanig dat er geen 'plopgeluiden' kunnen ontstaan.
Plaats in zo'n geval een extra windkapje (maak er desnoods een van 'n (nieuwe..) nylonkous en ijzerdraad). Gebruik enige compressie (ongeveer -6 dB) en haal met een hoog/laag-AF filter frequenties onder de 70-, en boven de 16.000 Hz weg (ga hierbij op je gehoor af, want elke stem is anders). Zet het signaal altijd 'droog' op de (multitrack)recorder, d.w.z. zonder effect, maar bij voorkeur ook zonder toonregeling. In de latere mixdown kun je dan nog alle kanten op met effecten en toonregeling.
Luister bij de opname van een stem eerst goed naar de klank en articulatie.
Afhankelijk daarvan zet je een geschikte microfoon in. Een die goed aansluit bij de stem (warm) of juist een die bepaalde aspecten enigszins verhult (scherpe 'S' of boemerig laag).
Hoewel meestal een condensatormicrofoon gebruikt wordt, bestaan er ook uitstekende dynamische alternatieven, van onder meer AKG, Shure en Sennheiser.

Bekende microfoons : AKG C1000, C3000, C4000 en C414, Neumann U87 en U89, Shure SM58 en SM 57 (goedkoop !).


Invloed van de ruimte, reflecties
De ruimte bepaalt net als de microfoon en het stemgeluid zelf de klank en kwaliteit van de opname. Vaak is het lastig om een ruimte voldoende 'stil' te krijgen omdat reflecties van muren, plafond en studioruit het geluid maar blijven rondpompen. Badkamereffect. Door gebruik van natuurlijke materialen (hout en stof=absorptie) kun je dat beperken, maar er zijn ook andere goede oplossingen die een bijdrage kunnen leveren aan een goed zang/spraak geluid.
Zie hier de oplossing van onder andere Fame en SE: het reflectiescherm. Veegt alle storende reflecties weg die van achteren, onderen en boven aanvallen. Kost weinig, levert veel op.





Tip : De Intonator van T.C. Electronic. Goede wijn behoeft geen krans.
Zo af en toe neem je eens een 'potentieel hitje' op, waarna later blijkt dat de zanger(es) net dat ene nootje gemist heeft. Tijdens de opname dacht iedereen dat 't bewuste nootje 'apart' was, of jazzy. ;) Maar neutrale luisteraars (soms zijn dat de beste) denken daar regelmatig anders over. Nieuwe mix dus.
Deze missers vallen dus vaak later op, als er in rust en met afstand tot de meestal hectische opnamedag geluisterd wordt.
In de praktijk levert dat meestal vervelende problemen op. Want weken later dat éne nootje repareren is niet zo eenvoudig. Andere sfeer, emotie, stem.
Een typisch klusje voor de Intonator: stel hem in op de toonsoort waarin gezongen wordt en hij trekt dat ene nootje er gewoon bij. Het mogen natuurlijk best meer nootjes zijn.
Wie zei ooit dat je moet kunnen zingen om zanger(es) te zijn?
Naast genoemde pitch-control beschikt de Intonator ook over een De-esser en een speciaal Adaptive LoCut filter.
Kortom, de Intonator kan een buitengewoon handig -en kostenbesparend- apparaatje zijn.




Opname van e-(lead)gitaar
De (lead)gitaar is in feite gemakkelijk op te nemen. Essentieel is dat eerst de gitaar optimaal moet klinken op de eigen versterker. Plaats daarom de luidspreker zodanig dat de gitarist(e) hetzelfde zal horen als de later te plaatsen microfoon. Omhoog dus met die kast! Als het geluid optimaal is, plaats dan een dynamische microfoon (Shure SM 58/57, AKG 330BT) op 1/3 van de diameter van de speaker. Deze plaatsing op de 'helft van de helft' van de speaker zorgt ervoor dat je niet te veel scherpe tonen van de conus opneemt. De Shure SM-57/58 wordt zelfs in topstudio's gebruikt voor het verkrijgen van een 'vette' klank. Het volume van de versterker moet niet te laag zijn, de gitarist(e) moet voldoende 'feedback' hebben, maar 'loeihard' danwel "snoeihard' voegt niets wezenlijks toe aan de opname.
Hoewel je bij een akoestische gitaar vaak wel wat compressie gebruikt, kun je dat bij een 'stevig' gitaargeluid beter achterwege laten. De speaker zelf zorgt spontaan immers voor voldoende compressie. Wel is het verstandig om het geluid te 'vangen' met een hoog/laag-AF filter zodat ongewenste frequenties buiten spel gezet worden. Door toedoen van allerlei pedaaltjes ontstaan vaak veel stoorgeluiden. Wordt dat echt Te Gek, dan kun je met een noise-gate voorzichtig een drempel instellen om het kanaal dicht te houden op je mengtafel. Dit vraagt uiteraard de nodige discipline van de gitarist(e).
Ook hier geldt dat je het signaal het beste 'schoon' op de recorder kunt zetten. Toonregeling en effecten kun je zonodig tijdens de mixdown toevoegen.
Wil je een partij 'aandikken', kopieer het gitaarspoor dan met een vertraging van ongeveer 30-50 ms (afhankelijk van het tempo van de song) naar een tweede spoor en zet tenslotte deze beide sporen maximaal uit elkaar met de pan. Gevolg: een vette, brede sound.
De mooiste sounds neem je tegenwoordig op met apparaten als de POD (XT). Modelling is hier het toverwoord; je kiest virtueel de amp, speaker, effectpedaal en microfoon en de allerbeste stereosounds zijn het gevolg. Zeer indrukwekkend.

Opname e-basgitaar
Ook een bas is in principe gemakkelijk op te nemen, hoewel de forse dynamiek van een dergelijk instrument lastig te beheersen is. Een beproefde methode is om de basgitaar via een (bij voorkeur actieve) DI-box rechtstreeks naar de input van je mengtafel te leiden. Dit signaal is vaak krachtig, schoon en voorzien van voldoende lage frequenties. Zo krachtig, dat de compressor-limiter 'overuren' moet draaien (-10 dB) om de dynamiek binnen de perken (van de recorder) te houden. Ook hier bewijst een hoog/laag-AF filter goede diensten. Neem dit signaal zonder extra toonregeling of effect op. Vanuit de DI-box kun je ook de basversterker aansturen en opnemen met een geschikte microfoon (o.a. Sennheiser 509, AKG D112). Op deze wijze kun je het karakteristieke geluid van iemand overeind houden. Dit microfoongeluid kun je het beste ook apart op een spoor zetten zodat je later, in de eindmix, de beide sporen naar smaak kunt samenvoegen. Zorg ervoor dat de frequenties van de basgitaar en kick elkaar niet in de weg zitten want dat maakt ze beide slecht te verstaan. Het gaat hier om de frequenties van ongeveer 50 tot 250 Hz. Met een goede toonregeling (31-bands of parametrische toonregeling met regelbare Q-factor) kun je beide een 'eigen' frequentieband geven waardoor de verstaanbaarheid toeneemt. Professionele muzikanten lossen dit probleem overigens zelf op door hier al rekening mee te houden bij het afstellen van hun set en de keuze voor de te gebruiken instrumenten.
Zo ben je wel even druk met een Fender Jazzbas en 22", laat staan een 24" kick... De frequenties zitten elkaar erg in de weg, ze 'vechten' om de 100 Hz.
De inzet van een andere kick of basgitaar lost dit probleem op.

Opname akoestische gitaar
Eigenlijk moet je van te voren al een inschatting maken over het instrument dat je gaat opnemen. Wordt het een open nummer waarin het betreffende instrument een prominente plaats inneemt of is er meer sprake van een begeleidingspartij?
In het eerste geval zul je bijvoorbeeld een gitaar zo 'groot' mogelijk opnemen, dus inclusief de lage frequenties en de natuurlijke galm van de ruimte (indien aanwezig).
De 'body' van het geluid moet echter warm en duidelijk klinken, dus overdrijf niet met deze galm, niet te veraf dus met de microfoons.
Het moet allemaal mooi en in balans klinken.
Eventueel kun je de gitaar stereo opnemen waardoor een mooi breed 'tapijt' ontstaat.
Bij een begeleidingspartij kies je meestal voor minder lage frequenties en een 'droge' opname.
Daarmee kun je in de mixdown immers nog alle kanten op.
Met een parametrische toonregeling kun je een fraai 'zilveren' randje aanbrengen (+3 dB op 5 a 8 KHz).
Daardoor zal het geluid goed verstaanbaar blijven en ondanks het lagere volume toch extra ritme toevoegen).
De condensatormicrofoon is erg geschikt om akoestische instrumenten op te nemen. De goede weergave van transiënten zorgt namelijk voor een levendig en warm geluid (deze microfoons zijn tegenwoordig heel betaalbaar, denk maar eens aan een electret-condensator als de AKG C3000).

Opname akoestische basgitaar
Door de 'unplugged' rage zijn er nog al wat akoestische basgitaren in omloop gekomen.
Deze klinken vaak heel fraai, maar zijn -net als de contrabas- lastig op te nemen.
Vooral de niveauverschillen tussen de verschillende snaren en posities zijn soms moeilijk op te vangen.
Een AKC C414 met daarachter een goede compressor geeft je nog de beste kans om deze bas correct op de multitrackrecorder te krijgen.
En dan nog is het vaak noodzakelijk om tijdens de mix-down opnieuw de compressor in te schakelen.
En klinkt het dan nog te slap, dan blijft alleen de parametrische toonregeling over om het laag wat aan te zetten.
Dezelfde toonregeling zul je ook nodig hebben om de bijgeluiden die de akoestische bas veroorzaakt, tot normale proporties terug te brengen.
Het nadeel van de compressor is immers dat deze bijgeluiden extra versterkt worden.

Opname piano
De piano is zo mogelijk nog een graadje moeilijker op te nemen dan de bas, want deze instrumenten genereren een breed frequentiegebied en soms meer bijgeluiden dan klanken.
Met name de pedalen zijn boosdoeners en hier moet je dan ook rekening mee houden bij het plaatsen van de microfoons (eerst de pedalen smeren kan overigens ook een uitstekende oplossing zijn..).
Vaak is de beste opnamepositie 'n metertje boven de piano (klep open).
Vooral hier geldt dat je in de controlekamer goed moet luisteren naar wat een bepaalde plaatsing oplevert.
De microfoon die je gebruikt moet het hele frequentiebereik aankunnen, waardoor eigenlijk alleen goede condensatormicrofoons in aanmerking komen.
Een paar 'oude' AKG 451's of Neumann's leveren hele bevredigende resultaten op, zolang de akoestiek maar goed is en je ze niet te dichtbij plaatst. (Wie heeft er nog van die prachtige oer-C451's?) Tip, is je akoestiek op orde, probeer dan eens een X-Y opstelling. Met wat experimenteren kun je een helder en breed pianogeluid van grote klasse krijgen.
Vooral voor de piano geldt, dat het geluid goed en af moet zijn voordat het op de multitrack gezet wordt.
Toonregeling en effecten doen soms afbreuk aan het rijke geluid van een piano. Maar in de eind-mix is toch vaak een 31-bander een welkom hulpmiddel om een afgemeten klank te krijgen.

Microfoontips plaatsing