Opname tips

Galm en delay
Galm is een van de oudste en bekendste studiotechnieken om je opnames een beetje te pushen.Toen we nog niet beschikten over elektronische apparatuur, waren er toch mogelijkheden om 'ruimte' te simuleren.
Een bekende manier was om een luidspreker in een grote kelder te plaatsen, en op flinke afstand een goede microfoon te plaatsen.
Vanaf je mengtafel stuurde je een monitorsignaal naar de luidspreker, en op een retourkanaal liet je de microfoon met het vertraagde signaal terugkomen. En zie, galm!

Een signaal werd door middel van een soort luidsprekertje aan een grote metalen plaat toegevoegd, en aan het andere einde van de plaat pikte een microfoontje de trillingen van de plaat weer op.
Met een beetje fantasie kreeg je ook zo een aardig galmpje.
Naast de plaatgalm bestond er ook de veergalm (wie kent niet de Furman RV1), waarbij in plaats van een plaat een lange veer gebruikt werd.
Vele gitaarcombo's zijn nog steeds met een dergelijke veer uitgerust en geven -gezien de lage kostprijs van zo'n kastje- best acceptabele resultaten.
Voor echo was men aangewezen op de bandecho, een betrekkelijk normale bandrecorder met 3 tot soms wel 8 aparte koppen waardoor vertragingen op te wekken waren. Ken je de 'Copycat' nog?
Tegenwoordig spelen we natuurlijk niet meer met veren en platen, want alles wat tegenwoordig analoog kan is ook digitaal te creëren.
Via het zogenaamde emmertjesgeheugen of de 'Bucket Brigade Divice' (Yamaha E 1010), zijn we momenteel aangeland bij de digitale reverb/delay/sampler, waarbij het signaal direct aan de ingang gedigitaliseerd wordt en daardoor bewerkingen mogelijk maakt die analoog niet te verwezenlijken zijn.
Naast galm (korte reflectie, vast aan het originele geluid) en echo (enkel- of meervoudige vertraging die los staat van het originele geluid) zijn met de meeste effectprocessors vrijwel alle bekende effecten zoals chorus, flanger en doubling gemakkelijk te verkrijgen.
Inclusief indringende, gesimuleerde stereo-effecten met een diepte die zelfs tot in je onderbuik doordringen (u weet wel).
Het verschil tussen de diverse galmunits is vooral op goede monitoren waar te nemen.
Gebruik
Galm en echo worden helaas vaak misbruikt om minder mooie of niet zuivere instrument- of zangtakes te camoufleren.
Natuurlijk, als een zangtake niet zuiver op tape/schijf staat doet een dot galm in combinatie met een stevige (pre)delay zijn verhullende werk.
Mooier is het echter, wanneer de galm niet echt te herkennen is als een apart effect maar meer de indruk wekt dat de het instrument of de stem in een mooie akoestische ruimte (met veel aparte reflecties) is opgenomen.
Elke opname vraagt bovendien haar eigen specifieke galm.
De keuze ervan heeft te maken met de stijl, de mate van openheid en het tempo van de song.
Wil je een snare bijvoorbeeld voorzien van galm, dan zal het tempo bepalend zijn voor de duur van de galm.
Want het is beter dat de galm uitsterft voordat de volgende snareslag begint.
Op deze wijze voorkom je het dichtslibben van het totaalgeluid.
Wanneer je galm consequent en met beleid gebruikt kan het een absolute aanwinst zijn voor al je opnames.
Met consequent bedoel ik dat het me logisch lijkt dat bijvoorbeeld twee stemmen uit een koortje een zelfde soort galm krijgen.
Daarmee suggereer je in ieder geval dat de beide stemmen in een zelfde soort ruimte zijn opgenomen.
Maar, je kunt ook overdrijven. Met teveel (soorten) galm gaat een opname toch snel rommelig en ondefinieerbaar klinken. Overdaad schaadt in dit geval.
In principe gaat er niets boven een natuurlijke akoestiek.
Een stem die je opneemt in een goed klinkend theater of kerkje kun je elektronisch niet evenaren.
De vele complexe reflecties maken zo'n ruimte namelijk uniek.

Een nadeel is er ook, want een op deze wijze gemaakte opname ligt vast, aan de hoeveelheid galm is later niets meer te veranderen.
Daarom zal je in de praktijk de stem vaker 'droog' opnemen, zodat je achteraf nog controle hebt over de soort en hoeveelheid galm. Op deze wijze ga je ook te werk bij het opnemen van drums.
Bij voorkeur neem je elk onderdeel apart op zodat je het later naar wens kunt bewerken in de eindmix.
Phil Collins wist in de jaren 80 een geheel eigen drumsound te creëren door -kortweg gezegd- de galm via een noisegate te sturen.
Bij triggering van de gate door snare of tom hoor je dan veel galm, maar daarna kapt de gate de galm abrupt af. Hierdoor krijg je een heel dynamisch en vet drumgeluid zonder dat e.e.a. ontaardt in een zee van galm. Luister hier.
In de winkels zijn tientallen galmkastjes te koop, in prijs variërend van gemiddeld zo'n 150 tot 5000 euro.
Ogenschijnlijk doen ze allen hetzelfde, maar bij nadere beschouwing blijkt galm toch een zeer complex effect te zijn.
De eenvoudigste galmen bieden slechts een snel repeterende vertraging waardoor inderdaad een idee van 'ruimte' ontstaat.
De betere galmen hebben echter complexe algoritmen waarmee werkelijk bepaalde, specifieke ruimtes nagebootst kunnen worden.
Hierbij wordt ook gebruik gemaakt van de z.g. pré-delay, de eerste reflectie die normaal gesproken van het plafond of de muur komt.
Door de pré-delay bij de galm te mengen ontstaat een heel natuurgetrouw effect.
Echo
Ook voor echo geldt dat het gebruik subtiel moet zijn.
Beter op een bepaalde plaats een flinke delay dan zeurende echo's door de hele mix.
Ook echo 'verstopt', net als galm, al snel je totaalgeluid.
Gebruik je een echo voor ritme- of sologitaar, zorg er dan voor dat de herhalingen in het tempo van de song liggen.
Dat tempo kun je gemakkelijk opzoeken door naar de snare te luisteren, die geeft vaak het tempo van de song aardig aan.
Heel decoratief kunnen ook de zogenaamde stereo-tap's zijn, enkelvoudige herhalingen afwisselend in het linker en rechter kanaal.
Als je dit effect spaarzaam gebruikt op bijvoorbeeld zang of keyboardsolo, zorgt het voor een verrassend detail in de song.
Tenslotte, zonder in herhaling te willen vallen, gebruik galm en echo zeer doelbewust en nooit uit gewoonte.
Het zal je opnames ten goede komen.
