Opname tips


Opname van A tot Z

Aan de hand van de opname van een akoestische gitaar wordt als voorbeeld het hele proces van de opname beschreven
Instellingen gelden in dit geval specifiek voor de gitaar, andere instrumenten vragen uiteraard andere instellingen.


Voorbereiding
De gitarist heeft een week eerder nieuwe snaren op het instrument gelegd, en speelt eerst een uurtje in.
Oude snaren klinken meestal dof, doordat transpiratie en vuil de snaren aangetast (dichtgesmeerd..) hebben.
De gitaar wordt bij binnenkomst direct in de opnameruimte gelegd, zodat deze zich kan aanpassen aan temperatuur en vochtigheid van de ruimte. Dit i.v.m. de gewenste 'constante stemming' van het instrument.

Start
Vraag je af of de akoestiek van de opnamevloer goed is. Het geluid van een akoestisch instrument wordt voor een heel belangrijk deel gemaakt door de ruimte waarin het bespeeld wordt!
Galmt de ruimte teveel, probeer dan met dikke gordijnen of vloerkleden (kan ook aan plafond) een prettige reflectietijd te krijgen. Een badkamereffect wil je niet. Beter een iets te droge-, dan een te galmende akoestiek! Je eigen oren zijn de graadmeter in deze.

Bijgeluiden
Let er ook even op, dat er geen bijgeluiden gaan ontstaan door grote gouden kettingen, die tegen de kast van de gitaar hun eigen ritme opzetten.
Of krakende (lederen) kleding, losse gitaarbanden, oorbellen, dan wel stampende voeten, ook al zijn ze in de maat.

Microfoon
Kies een microfoon die geschikt is voor de opname van gitaar: Audix CX111 of CX101, AKG 451, 330BT, C1000, C2000, C4000, C414, Samson Q1, Sennheiser, etc.
Voorkeur: condensator, i.v.m. de vele transiënten die de gitaar afgeeft.

Plaatsing
Plaats de microfoon op zo'n 30 cm afstand, schuin voor de gitaar, en gericht op het klankgat.
Is er een goede akoestiek, dan mag het ook 60-100 cm worden. Is de akoestiek galmend, maak er dan twintig cm van.
De richtingsgevoeligheid van de microfoon gebruik je om meer of minder van de 'piepende' linkerhand (glijden over snaren) mee te nemen in het signaal.

Luisteren
Terwijl de één wat schuift met de microfoon, luistert de ander zorgvuldig af in de controlekamer. Zo ontdek je al snel wat goed klinkt! Wissel eventueel van microfoon, als de klank te wensen overlaat.
Heeft de akoestische gitaar ook nog een element, neem dit signaal dan op een apart spoor op. Altijd meegenomen, om later mee te experimenteren.

Voortrap
Als dit allemaal op orde is, wordt de volgende stap het zorgvuldig inregelen van de voortrap van de mengtafel.
Dit doe je met de PFL (pre-fade-listning). Zo rond de -3 tot 0 Db, met pieken naar de 3 tot 5 Db.
Gebruik uit principe zo min mogelijk toonregeling in dit stadium.
Als deze correctie al nodig is, kan dit ook nog tijdens de mixdown.
Er is wat mij betreft één uitzondering; het high-pass filter bewijst hier direct zijn diensten. Laat het laag scherp afvallen (minstens een 2e orde filter) onder de 90 tot 100 Hz (instelling op je gehoor).
Deze frequenties horen in dit geval niet thuis op de multitrackrecorder, het zijn 'energierijke' frequenties, dus daarom: off tape filteren.
Bovendien, dit stukje frequentiegebied kan later behoorlijk storen als je afluistert op flinke Hi-Fi luidsprekers (bonkerig geluid).
Blijf de gain tijdens de opname goed in de gaten houden. Als muzikanten wat langer spelen, wordt het spel vaak luider.

Compressie
De volgende stap is het toevoegen van compressie door middel van het insertiepunt van het betreffende kanaal.
Wordt het een 'open' nummer, met slechts gitaar en zang, gebruik dan niet al te veel compressie: threshold -3, ratio 4:1. Compenseer het verlies aan volume met de gain/volume op de compressor.
Komt de gitaar in een bredere mix te staan, met bijvoorbeeld drums, bas en blazers, gebruik dan wat meer compressie om de gitaar in de eindmix verstaanbaar te houden: threshold -6, ratio 8:1.
Ook in dit geval het uitgangsvolume van de compressor weer compenseren, zodat de gain van de mengtafel op orde blijft. Controleer dit opnieuw met de PFL, en corrigeer zonodig met de gain/volume van de compressor.
Bedenk dat het gebruik van een compressor de (zachte) bijgeluiden behoorlijk versterkt. Om de muzikant daarvan bewust te maken is het verstandig hem/haar te voorzien van een goede cq luide monitor-mix. ;)
Een instrument dat van dichtbij wordt opgenomen heeft veel meer dynamiek dan wanneer er van afstand wordt opgenomen. Staat de microfoon dus dichtbij, dan heb je waarschijnlijk meer compressie nodig om het signaal goed op de band/schijf te krijgen.

Multitrack
Route het signaal naar je subgroep/bus, of gebruik de direct-out van het betreffende kanaal om het signaal naar je multitrackrecorder te sturen. Ook hier even controleren of het signaal op orde is: het niveau zodanig inregelen, dat de hardste piek het maximum van de recorder haalt.
De mengtafel kun je goed op de recorder inregelen door een sinus van 400 en/of 1000 Hz vanaf je subgroep naar de recorder te sturen. Als beide vervolgens identieke waarden (b.v. 0 Db) aangeven, is de inregeling een feit.
Wat je voortaan op je mengtafel ziet, zal overeen komen met de recorder.

Controle
Maak de opname, en luister het resultaat samen met de gitarist zorgvuldig af.
Blijf nog even van de toonregeling en galm af..

Effecten
Dan komt de mixdown, het 'on-tape' stadium.
De multitrack geeft het signaal terug op één van de ingangskanalen.
Dit is het moment om spaarzaam effecten (korte, zware galm, diep stereo-chorus etc.) en, indien nodig, toonregeling los te laten op het signaal.
Controleer met de PFL/AFL het uitgaande aux-signaal naar het effectapparaat, ook deze master-aux dient op 0 Db ingeregeld te worden.
Met de retour van de galm bepaal je de uiteindelijke hoeveelheid galm.

Opnieuw compressie
Luister het instrument solo, maar ook in de mix af (dus samen met andere instrumenten/zang) omdat het resultaat van je instellingen zich anders niet juist laat taxeren!
Gebruik op het einde opnieuw de stereocompressor om de laatste pieken uit je mix te halen. Daardoor zal het gemiddelde signaal harder zijn! Een doorsnee instelling is: threshold 0 Db, ratio 4:1.

Mix-down
Ben je over de mix tevreden, maak dan de definitieve eindmix naar PC (of DAT).
Doe dat zo hard mogelijk, tot aan de 0 Db bij een digitale recorder, zodat de dynamiek maximaal blijft.
SoundForge, maar ook andere masteringprogramma's hebben een handige functie die laat zien, hoe veel Db de hardste piek in de song tot de 0 (het maximale ingangssignaal) verwijderd bleef.
Die mag wel op -1 Db blijven steken, maar eigenlijk niet op -15 Db. Bijregelen dus in dat geval.
Zie je in de wave teveel pieken, probeer dan een mix met wat meer compressie te maken. In de wave op je beeldscherm is veel visuele informatie opgesloten!
Luister het signaal wederom goed af; méér compressie zorgt nogal eens voor ongewenste klankkleuringen.
Kortom, vind een balans tussen voldoende compressie, dynamiek en minimale kleuring.

Afwerking
Tenslotte, bekijk de mix goed, indien je naar PC gemasterd hebt. Zo'n wave geeft een schat aan informatie.
Zie je nog een vervelende piek, staat de fase goed, zijn de 'rommeltjes' weg aan begin en einde?
De fase tussen microfoons is goed te controleren m.b.v. een fasemeter. Aan de hand van deze meter kun je tijdens de opname je fase tussen microfoons/instrumenten corrigeren m.b.v. de fase-schakelaar op je mengtafel (indien aanwezig).
Zorg verder dat er minstens een halve seconde stilte staat aan het begin. Ook een CD-speler moet (mechanisch) instarten, en vooral bij het eerste nummer op de CD is dat kritisch. Zou je alle stiltes weghalen, dan mis je ongetwijfeld de eerste noot..
Aan het einde kun je een fade-out maken, zodat het nummer keurig in de stilte 'wegloopt'.

De CD
Als de nummers klaar zijn, wordt het tijd de CD te branden. Met een moderne brander (van o.a. Plextor, Lite-on etc.) kun je gerust op maximale snelheid branden (zitten we op 52x momenteel?).
Eerder was de ongeschreven wet, dat dit op snelheid 1 (transfer rate van 150 Kb/sec = 1x) moest, zodat de CD 'preciezer' kon branden. Testen in o.a. PCM hebben aangetoond dat de moderne brander het best presteert op de maximale snelheid.
Populaire softwarepakketen zijn Nero, WinOnCd en EAC (zie ook hieronder).


In schema
VOLGORDE OPNAME (thema: more on the floor)
akoestiek beoordelen
microfoonkeuze
microfoonplaatsing
laag af filter nodig (spraak/zang, blazers, ak gitaar etc.) ?
inregelen gain / voortrap
compressor inschakelen
compressor inregelen
recorder inregelen
proefopname
opname

NABEWERKING / MIXDOWN-MASTEREN (thema: we’ll fix it in the mix)
compressor en/of limiter ?
toonregeling noodzakelijk ?
stereosignaal nodig ?
effectkeuze ? zonodig downsampling naar redbook; 16 bit / 44.1 kHz / stereo




Wave-editors:
Protools (de beste of de prijzigste?)
SoundForge (nieuwste versie: 11) de stabielste
Nuendo V.6.1
Audition V.6 (veel opties, eenvoudige bediening)
WaveLab (prima, wat gevoelig voor specifieke hardware)

Midi-sequencers (vaak met audio geïntegreerd):
Cakewalk (recent versie 10 en Sonar)
Cubase VST (veel hardwareondersteuning)
Prop's Reason Versie 5.1 (top)

Editing, plug-in's:
Native Power pack (beste directX effect plug-in, o.a. perfecte galm)
Clean (versie 3, effectieve wave-editing, anti klik&ruis)

Brander software :
Nero! (de beste, recent versie 2017)
EAC (prima, uitstekende audio-rips van CD!)
Alcohol 120%

Audio-branders :
Aopen
Plextor (SCSI of IDE)
Lite-on (eveneens zeer goed, betaalbaar)
Philips ('Please make things better now')