Toelichting diverse begrippen



Akoestiek

Ook wel eens de 'klank' van een ruimte genoemd. Want elke ruimte klinkt nu eenmaal anders doordat een bepaalde ruimte GROTER of KLEINER is en bestaat uit verschillende materialen. Beton REFLECTEERT veel geluidsgolven waardoor de ruimte hard en zangerig klinkt(badkamer). Karton, vloerbedekking en gordijnen ABSORBEREN veel geluidsgolven, waardoor de ruimte natuurlijk en droog zal klinken. Om een goede akoestiek te verkrijgen is het noodzakelijk dat refelecterende en absorberende materialen evenredig verdeeld worden over de opnameruimte. Onbewerkt hout geeft vaak hele goede resultaten in een ruimte, omdat het zowel reflecteert als absorbeert. Als je met dit hout ook nog grote, onregelmatige, danwel ronde vormen weet te maken, mag je goede resultaten verwachten.
De grootte/inhoud van een ruimte bepaalt ook de duur of lengte van reflecties. In een grote kerk lijkt geluid nooit te eindigen, de golven hebben vrij spel. Een te kleine ruimte biedt geen mogelijkheden met de akoestiek te spelen, derhalve zie je vaak dat kleinere ruimtes (< 6x 4 m2) 'akoestisch dood' gemaakt worden. De akoestiek wordt vervolgens elektronisch nagemaakt.
Te grote opnamevloeren zijn overigens ook niet altijd geweldig, met grote (absorberende) schotten kun je rondzingen voorkomen en hak je de lange duur van de reflecties in stukjes.
Tip, dikke godijnen aan rails geven je de mogelijkheid de akoestiek van een ruimte naar wens aan te passen.
Bij opname van bijvoorbeeld blazers gaan de gordijnen open; veel extra reflecties dus. Maar als je spraak opneemt kun je de (in dit geval ongewenste) reflecties dempen door de gordijnen te sluiten.
De afstand van gordijn tot muur bepaalt overigens in hoeverre ook lage reflecties gedempt worden. Bij een wat grotere afstand, meer dan 30 cm tussen muur en gordijn, worden ook reflecties onder de 100 Hz verminderd.


(Na)galm

Harde oppervlakten in een grote ruimte zorgen ervoor dat geluidsgolven veelvuldig gereflecteerd worden. Daardoor ontstaat een zekere verlenging van het geluid, de nagalm. In een kerk en sporthal is dit effect goed waar te nemen. Zolang de vertraging één geheel vormt met het origineel spreken we van 'galm'. Ervaar je de vertraging LOS van het origineel, dan noemt men dit 'echo' of 'delay'.
Galm is onderhevig aan mode. In de jaren 80, waar het mogelijk werd goede elektronische galm te maken, was galm In. Te pas, en vooral te onpas werd galm en echo 'misbruikt' om gebrekkige kwaliteit te verdoezelen. Einde jaren '90 was de galm duidelijk Uit.
Hoewel de apparatuur toen duidelijk op z'n best was, kozen vooral topmuzikanten voor open en eerlijk. De laatste jaren richt elektronische galm zich specifiek op de soort ruimte; de presets spreken over plate, hall etc van X-viekante meters, in een x-indeling, met x-soorten reflectie. Een goede nabootsing van de werkelijkheid dus.
Zoals DBX onlosmakelijk met compressie verbonden is, is op galmgebied Lexicon de naam.


AES/EBU

Een twee-kanaals digitale hard- en software audionorm. De AES/EBU interface maakt datacommunicatie mogelijk tussen professionele digitale apparatuur zoals DAT-recorders, effectprocessors, synthesizers en multitrack-recorders. Een vergelijkbare norm is S/P-Dif, deze is echter op de consumentenmarkt gericht.


Transiënten

Transiënten zijn zeer kortstondige pieken in een geluidssignaal. Ze bepalen bij de opname de verstaanbaarheid en transparantie van een instrument of stem. Alleen de betere (condensator)microfoons zijn in staat de transiënten correct te volgen en door te geven.
Dynamische microfoons zijn geneigd de piekjes 'af te ronden' waardoor het kenmerkende, warme geluid ontstaat.


Condensatormicrofoon

Een condensatormicrofoon is een microfoon die opgebouwd is rondom een condensator. Het uiterst dunne, geleidende membraan beweegt zich ten opzichte van een eveneens geleidende achterplaat waardoor een uitgangsspanning ontstaat. Dit signaaltje wordt versterkt door een ingebouwde voorversterker. Daarom heeft een condensatormicrofoon altijd een aparte voeding nodig, de z.g. 'fantoomvoeding' (48 V). Omdat het membraan uiterst dun is (0,0004 mm) en daardoor bijna geen 'eigen massa' heeft, kan het snel en probleemloos complexe golven en transiënten volgen.
Bij uitstek dus geschikt voor de opname van zang, spraak, en alle instrumenten met veel boventonen (ak.gitaar, piano, blazers etc.).


Dynamische microfoon

Een (betaalbaar) type microfoon dat werkt als een 'omgekeerde' luidspreker. Luchttrillingen zetten een flink membraan (dat in een magnetisch veld hangt) in beweging waardoor een uitgangsspanning ontstaat. Door deze lage spanning (op je mengtafel) uit te versterken ontstaat een waarneembaar geluid. Erg geschikt voor de opname van stemmen/instrumenten, wanneer een warme klank gewenst is.
Voorbeeld: opname van een gitaarversterker met Shure SM57 of SM58. Perfect.


Eindmix of Mixdown

De eindmix of mixdown is het laatste proces in de opnamestudio, wanneer alle afzonderlijke sporen (met drums, bas, gitaar, enz) gemixt worden tot één stereomix. In deze 'on-tape' fase is het nog mogelijk om elk afzonderlijk spoor te voorzien van één of meerdere effecten, compressie, versterking/verzwakking, toonregeling of panorama.
De mix-down is een leuk en creatief werkje binnen het gehele studioproces.


Compressie, de compressor-limiter

Compressie is zelfs voor sommige techneuten een (te) abstract begrip. De compressor-limiter wordt wel ingezet maar de afregeling van dit ingenieuze apparaat laat vaak te wensen over.
Waar gaat het nu om ?
Een uitgangs-spanning van bijvoorbeeld een condensatormicrofoon kan erg veel dynamiek bevatten (>100 dB). Deze dynamiek is zo groot dat deze niet 'past' op de gemiddelde multitrack-tape/hd. Je krijgt dan wat ruis in de zachte passages en vervorming in de luide passages. Bovendien is het dan lastig om bijvoorbeeld de zang goed 'in de mix te leggen'. Soms is deze te hard, dan weer te zacht.
Om deze dynamiek wat te beperken kun je een (buizen) compressor-limiter gebruiken. Deze vermindert (middels een vca, een spannings-gestuurd versterkertje) de luide passages (boven een bepaalde drempel, de 'treshold') tot handzame niveaus, waardoor het signaal veel beter beheersbaar wordt. Door het weghalen van de pieken kun je bovendien het gehele signaal 'harder' zetten waardoor het in een eindmix beter te verstaan zal zijn (het gemiddelde niveau neemt immers toe, evenredig aan de hoeveelheid Db's die je bij de pieken weggehaald hebt). De hoeveelheid compressie kun je altijd aflezen op een meter en elk type signaal (drums, zang e.d.) kun je individueel inregelen op de karakteristiek van het geluid met de 'attack' en 'release' schakelaars. Deze laatste functies regelen de compressor in op het karakter van het aangeboden signaal.
Stel je de treshold (drempel van -60 tot +6 dB) en ratio (hoeveelheid verzwakking) van een compressor in op 'absolute begrenzing', dan spreekt men van 'limiting'.
Boven de drempel passeert dan geen enkel signaal meer (liniting is derhalve meestal wel hoorbaar).


Hoog-laag/AF filter

Een type toonregeling waarbij je een signaal zowel aan de boven- als onderzijde (kantelpunt naar keuze) kunt laten 'afvallen'.
Versterken kan niet, en dat is nu juist de charme van dit type eq...
Versterken betekent immers al te vaak vervorming en fasefouten.
Het hoog-laag/AF filter kan werken met een filter van de eerste of tweede orde, wat zoveel wil zeggen als 6 of 12 dB afval/oktaaf.
Je kunt dus het kantelpunt zelf kiezen, alsmede de mate van verzwakking (1e, 2e, 3e of 4e orde filter). Een geweldig nuttig filter.


Noise gate

De noise gate is een vernuftig apparaatje, dat een kanaal afsluit op een moment dat een signaal beneden een bepaalde waarde (drempel of treshold) komt. Deze drempel is uiteraard instelbaar.
Doordat de noise gate sluit ben je van allerlei stoor/ruisgeluiden af. Met een noise gate zijn ook leuke effecten te bereiken. Laat een noise gate 'triggeren' door een basedrum. Op de in- en uitgang van de gate sluit je echter een basgitaar aan. Gevolg: alleen als de basedrum triggert, hoor je de bas (strak..) !


DI-box

De DI-box is een electronisch kastje dat het a-symmetrische signaal van b.v. een basgitaar omzet in een symmetrisch microfoonsignaal, dat zo de mengtafel ingevoerd kan worden.
Gevolg : een schoon en krachtig geluid. Bovendien, het symmetrische signaal kan probleemloos vele tientallen meters door een kabel gestuurd worden, zonder dat storingen invloed hebben op het signaal. Eventuele storingen komen in de plus En in de min fase van het signaal terecht; aan het einde heffen deze elkaar dus op. Ingenieus.


PANorama

De PAN op een kanaal van een mengtafel verzorgt de ruimtelijke plaatsing van een signaal naar links, rechts of het midden van het stereobeeld.
Ook verzorg je met de Pan de routing naar de subgroepen: kies routing 1&2 en kies met de PAN voor 1 (L) of 2 (R).


Master Slave

Bij het synchroniseren van (video of audio)recorders en sequencers moet er altijd een keuze gemaakt worden wie de master en wie de slave wordt.
De master genereert een stuursignaal, het SMPTE-signaal, waarna alle slaves volgen. Wil je dus een video voorzien van een geluidstrack, dan dient de video na start smpte te genereren, waarop de geluidsrecorder en de midisequencer automatisch als slave instarten.
Bij audio wil je graag je midi-sequencer laten instarten op je multitrackrecorder. Daartoe neem je op 'n enkel spoortje van je recorder smpte op, waarna bij afspelen dit signaal gebruikt kan worden om de midi-sequencer in te starten.
Als de sequencer in de zogenaamde chase-mode gezet wordt loopt deze geheel synchroon mee : instarten, stoppen, continue, rewind; alles geheel automatisch dus.


MIDI

Midi is een soort computer-commandosysteem dat instructies (commando's) om geluid te maken via een interface verstuurt naar andere apparaten die ook beschikken over een Midi-interface.
Daardoor wordt het mogelijk om via één synthesizer meerdere synthesizers te bespelen (gevolg : gelijktijdig meerdere klanken).
Via Midi kun je echter ook commando's zoals 'start/stop' versturen waardoor bijvoorbeeld drumcomputers via Midi ingestart kunnen worden. Ook is het mogelijk om SMPTE (een professionele synchronisatie-norm, spreek uit 'semptie') te versturen naar de software van een computer of synthesizer, dit noemen we MTC (Midi Time Control).
Zie ook de Midi-pagina.
Er bestaan ook (puls to) midi triggers, een slag op een drumpad geeft een puls (inclusief nootnummer en velocity) af aan de drumcomputer.


Midi-sequencer

Een midi-sequencer is in feite een elektronische 'recorder' die midi-commando's registreert en weer afspeelt.
De opgenomen data (binnen de software op je PC) is echter bijzonder goed te editen (wijzigen), waardoor een toontje hoger of lager een fluitje van een cent wordt.
De sequencer kan hard- of softwarematig zijn.
De pc-software presenteert meestal 4 niveau's van benadering : noot, blok, maat, event. Bekende software : Cubase en Cakewalk.



Converter

De converter is een stukje electronica dat in staat is om een analoog geluid om te zetten naar een digitaal code.
Een dergelijke converter heet een AD-converter. Deze digitale code kun je vervolgens gemakkelijk opslaan (en bewerken !) op tape of harddisk.
Om het geluid weer hoorbaar te maken wordt de digitale code (8 tot 32 bits) weer omgezet door een DA-converter (DAC). De kwaliteit van dergelijke converters is bepalend voor bijvoorbeeld de prestaties van een DATrecorder of CD-speler. Foefjes als oversampling (zie verder) of Bit-stream poetsen de prestaties nog verder op.


Multitrack-recorder

De multitrack-recorder is in feite een 'gewone' recorder. Maar, er zijn meerdere sporen (4/8/16/24/32) waarop 'in sync' opgenomen kan worden.
Spoor voor spoor kunnen de diverse opnames dus gemaakt worden. Je hoort spoor 1, en speelt vervolgens spoor 2 in. Etc.
De analoge recorder verliest steeds meer terrein aan de digitale recorder, zoals de ADAT(-achtigen) en Hardiskrecorders. Hier wordt elk analoog geluid eerst omgezet naar een digitale codering (AD) en dit signaal wordt op (video)tape of schijf gezet.
Bij het afspelen wordt het geluid weer analoog gemaakt (DAC).
Voordeel is de grote dynamiek (105 dB i.p.v. 80 dB bij de analoge recorder), het 'schone' geluid en de digitaal uit te voeren editing. Ook de besturing van het loopwerk gaat bij de digitale recorders sneller en geavanceerder.


Master-recorder

De masterrecorder is de recorder die de uiteindelijke meersporen-eindmix opslaat in een stereo (2 sporen)formaat. Vroeger werd daarvoor de analoge recorder (1/4" of 1/2" volspoor) gebruikt, tegenwoordig gebruikt men standaard de DAT-recorder of HD-recorder (editing!). Voordeel van het masteren naar PC (SoundForge, Cool Edit, WaveLab) is, dat het eindproduct direct geschikt is om naar CD geschreven te worden, en dat er betere editingmogelijkheden zijn.


Mengtafel

Het hart van elke opnamestudio. Tientallen ingangskanalen, subgroepen om de recorders aan te sturen en een mastersectie om alle kanalen samen te voegen tot de eindmix.
Ruwweg kun je stellen dat er een drietal secties bestaan op de doorsnee mengtafel.
1. de ingangskanalen (met volume- en toonregeling, auxline, insertie en pan)
2. de subgroepen die de multtrackrecorder voeden (met volume- en toonregeling, insertie
3. de mastersectie (met monitorregeling, diverse extra stereo-ingangen, masters van aux etc.)
Ook hier doet de digitale tafel voorzichtig zijn intrede.
De mogelijkheden tot bewerking zijn legio, de bediening laat nog wel eens te wensen over (te veel menu's).


SMPTE en SPP

Smpte ('Semptie', Society of Motion Picture and Television Engineers) is een synchronisatiesignaal dat unieke codes bevat over de positie op een (virtuele) band bij video en/of geluid. Het wordt gebruikt om studioapparatuur in tijd te synchroniseren.
De complete omschrijving vindt je in het handboek van Walter Hickman, het Time Code Handbook.
De notatie is UUR/MIN/SEK/FRAME.
Daar tegenover staat de Song Position Pointers notatie, een eveneens unieke Midicodering van de plaats in een song.
De notatie is MAAT/TEL/TIK.
Beide notaties zijn gelijktijdig te gebruiken binnen de studio-setup, aangezien er smpte-to-midi converters bestaan.
Beide signalen zorgen ervoor dat slave-machines instarten en in de maat blijven lopen met de mastermachine. Daarvoor heb je een reader (lezen en instarten) en writer (schrijven en/of genereren) nodig.


S/P-DIF

S/P-Dif is evenals AES/EBU een norm voor digitale overdracht, maar nu ontwikkeld door Sony en Philips.
AES/EBU wordt meer gebruikt in de professionele omgeving terwijl S/P-Dif meer gericht is op semi-professioneel of consumenten gebruik. Elke hi-fi CDspeler, DATrecorder en MDrecorder is vrijwel zonder uitzondering voorzien van een S/P-Dif in/uitgang.
Ook voor PC zijn inmiddels goede kaarten verkijgbaar die ook de computer voorzien van een dergelijke digitale poort.


Puls-to-Midi-converter

Een mididrumstel heeft een aantal PADS die een (aanslaggevoelige) puls door kunnen geven aan een puls-to-midi-converter. Dit apparaat 'vertaalt' deze puls naar een MIDISIGNAAL met o.a. volume, nootnummer en midikanaal. Op deze wijze kun je dus met behulp van een pad of een 'puls-microfoontje' een drumcomputer of synthesizer triggeren (aansturen).
Vang je deze signalen op met een sequencer, dan ben je in staat om later nootnummer, midikanaal en volume te veranderen. Kortom; maximale controle !


Sample

Een sample is een kant en klare sound, meestal opgenomen in een studio en vertaalt naar een stukje software. Deze sample kun je net zo vaak afspelen als je wilt en ook kun je er allerlei bewerkingen op loslaten.
Er bestaan echte sample-spelers, zoals het Korg M1 workstation, de Yamaha Y77 en de diverse EMUplayers.
Er bestaat geen top-40 song waarin geen gebruik gemaakt is van samples. :)

De samplerate omvat de specificatie waarmee je een geluid digitaliseert (ADC).
Opnemen met een samplerate van 44.1 kHz betekent dat er ruim 44 duizend keer per seconde een monster genomen wordt van het geluid.


Drumcomputer

Een drumcomputer is in feite een 'gewone' synthesizer, met diverse samples (bass, snare, tom, crash e.d.) die je kunt triggeren. Echter, voor het maken van een drumpartij is er een 'song'- en 'pattern' mode. Hier kun je zelf één of meerdere verschillende patterns (maten) maken en deze vervolgens in een song opslaan. Zo ontstaat een complete song, met verschillende patterns (basis, break, brug) als basis voor een nummer dat je daarna kunt aanvullen met diverse instrumenten zoals bas- en slaggitaar.


(A)symmetrisch

De symmetrische (of gebalanceerde) verbinding onderscheidt zich van de A-symmetrische (of ongebalanceerde) verbinding door een driedelige signaal- overdracht. De een is aarde, maar de andere twee bevatten signaal dat ten opzichte van elkaar 180 graden uit fase staat.
Gevolg hiervan is dat eventuele storingen zowel in- als uitfase op de lijn staan en die vallen aan het einde van de verbinding tegen elkaar weg (net als bij een voice-killer).
Wil je dus een signaal over langere afstanden verplaatsen (meer dan 10 meter), gebruik dan altijd een symmetrische verbinding.


Oversampling

Een term die je tegenkomt bij moderne digitale apparatuur zoals CDspeler, HD-kaart en DATrecorder. Oversampling is een proces waarbij meer samples genomen worden dan strikt noodzakelijk is (bijoorbeeld van 20kHz to 88kHz). Maar door deze 'over'sampling is men in staat, tijdens het DA-proces, het analoge geluid d.m.v. digitale filtering beter te reconstrueren uit de miljoenen digitale bits.
Oversampling is dus geen 'flauwekul', zoals wel eens gesuggereerd wordt.
Het verbetert hoorbaar je signaal.


Meer tips : Lees...   of   Gabe Wiener faq